, [], Deuteronomy 14:23; Psalm 111:10: The Fear of the Lord; Matthew 16:15-17
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Resch.] De vreze des HEEREN is [14]het beginsel der wijsheid; [Schin.] allen, [15]die ze doen, hebben goed verstand; [Thau.] [16]Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid. 14. Of, het hoofdstuk; dat is, het eerste, of het voornaamste, of het fondament, hetzij ten aanzien van den tijd of van waardigheid. Hij wil zeggen, die de rechte wijsheid begeert te verkrijgen, die moet vooreerst en vooral God vrezen. 15. Te weten, de wet, of bevelen; waarvan vs.7 gesproken wordt; of deze; te weten, deze dingen. 16. Te weten, Gods, waarvan in de voorgaande verzen gesproken is, of van een iegelijk dergenen, die zijne geboden doen.